door: Dick Schoenmaker
Zomer 2010, mooi weer om de was buiten op te hangen. Tijdens het ophangen merk ik tot mijn verbazing dat ik moeite heb om met mijn rechter hand een wasknijper open te knijpen. Eerst denk ik nog dat het aan het veertje van de wasknijper ligt. “Misschien is deze wel sterker dan de rest” denk ik. Wanneer ik de wasknijper echter met mijn linkerhand open knijp, blijkt dit helemaal niet moeilijk te gaan. Vreemd!? Misschien overbelasting of vermoeidheid van mijn rechter hand. Raar is wel dat ik geen pijn ervaar. “Ach, het zal wel overgaan”.
In mijn dagelijkse leven ondervind ik er geen merkbare hinder van, maar enige weken later is het probleem van de wasknijpers nog steeds niet verdwenen. Tijdens een ritje van school terug naar huis met mijn jongste zoon maak ik onder het rijden een lange neus naar mijn zoon. Tot mijn verbazing merk ik dat het moeite kost om de vingers van mijn rechter hand heen en weer te laten gaan. Ook merk ik dat, als ik een vuist maak en vervolgens probeer mijn pink te strekken, dit langzaam gaat en enige inspanning kost. Met links is dit geen enkel probleem. Dit is de druppel! Ik besluit een afspraak te maken met de fysiotherapeut. Ik denk nog steeds dat er sprake is van een vorm van overbelasting in mijn rechter hand, RSI, oververmoeidheid of zoiets.
De fysiotherapeut vind het een vreemd verhaal, zeker omdat er geen pijn bij gepaard gaat. Na uitgebreid onderzoek van de hand, arm, schouder en nek staat ook de fysiotherapeut voor een raadsel. De oorzaak is zeker niet iets wat bij een fysiotherapeut thuis hoort en ik word doorverwezen naar de huisarts. Deze stuurt mij, na lezing van het verslag van de fysiotherapeut, onmiddellijk door naar de neuroloog. De afspraak in het ziekenhuis laat echter enige tijd op zich wachten.
In afwachting van mijn oproep bij de neuroloog , merk ik dat mijn pink zich steeds moeilijker beweegt als ik een vuist maak. Tijdens het boodschappen doen heb ik bovendien steeds meer moeite om pakken melk van 1½ liter op te pakken…………..